Vakantie Canada van 4 juni - 26 juni 2023

4 juni Naar Schiphol


Dan is het eindelijk zo ver, we gaan op zondag 4 juni eerst naar Assen en van daar met de trein naar Schiphol, daar overnachten we om op maandagmorgen fris en tijdig in te checken voor onze vlucht met Air Canada via Toronto naar Halifax. Onze zoon brengt ons naar de trein en hij en zijn zoon Nino, zwaaien ons uit. De trein is best wel vol maar we vinden toch nog een plaatsje. Al reizend kom ik er achter dat je er met de auto net zo lang over doet als met de trein - weten we dat ook weer.
Uitgestapt, moeten we wel even wachten tot de shuttlebus komt naar ons Ibis hotel. Ook daar is het druk maar we nemen alle tijd, geen stress, dat is ons motto. 's Avonds eten we lekker in het s'nieuwe' buffet-restaurant van Ibis (personeel-tekort). Als we daar zitten horen we dat er al een paar uur problemen zijn rond Amsterdam, er rijden geen treinen meer, nou hebben wij geluk gehad, tot morgen.
We maken ons al wel zorgen over de kaasvaten die we meenemen voor onze familie in Canada die een kaasmakerij heeft, hoe krijgen we dat zo handig mogelijk door de Douane, nou we zien wel.

5 juni Vliegen...

We gaan vroeg naar Schiphol, een vriendelijke Mw. van de KLM wijst ons de weg. De koffers raken we snel kwijt, vroeg zijn heeft voordelen. Ook bij de security en douane gaat het best snel, dan ergens een ontbijtje 'scoren' en ook dat lukt. Na wat 'omhangen' gaan we naar de gate en vliegen zowaar op tijd. Het is een 777 van Canadian Air, er kunnen zo'n 400 personen in en het is helemaal vol, geen plaats is onbezet. We zijn ook op tijd in Toronto en 'halen' gemakkelijk het vliegtuig naar Halifax. Wel zijn de tijden anders dan op de ticket, als ie maar gaat...
We knijpen 'm wel een beetje voor de controle door de Douane, maar er is niemand te zien en dus mogen we gewoon doorlopen, he he. Het is wel een beetje vreemd, vanaf Amsterdam vlieg je over Halifax in ruim zeven uur naar Toronto, dan weer ruim twee uur terug van Toronto naar Halifax...
We halen de auto op, wel wat weinig uitleg over de knopjes maar uiteindelijk kunnen we vertrekken en in donker rijden we naar ons hotel aan de oostkant van Halifax. Het restaurant is net dicht, maar ernaast is een Subway en dat is prima.... De kamer is ook oké en we slapen snel, het was een dag van ruim 30 uur.

6 juni Dagje Halifax.

We zijn - natuurlijk - vroeg wakker maar het is - nog geen tijd - om op te staan dus lang draaien en doezelen. Dan douchen en naar het ontbijt, het Engels-ontbijt: worstjes, bacon, scrambled eggs en jam op een geroosterd broodje met een kopje koffie of thee. We gaan eerst naar Wallmart om een Canadees sim-kaartje te kopen voor ons mobieltje. Onderweg hebben we te maken met een protest-blokkade van een enorme rotonde, schoolmedewerkers protesteren door regelmatig het zebrapad over te steken waardoor alles stagneert. We zijn al vroeg bij Walmart maar de telefoon-afdeling gaat pas om tien uur open, eindelijk. Met werkende telefoon gaan we terug naar het hotel om de auto 'kwijt te raken' want we gaan wandelen naar het Sandfort Park met de Dintle toren. Het is een mooie wandeling met prima weer al lopen we wel een keer verkeerd. Een heel vriendelijke Iranees met een winkeltje vindt het prima dat we zijn Washroom gebruiken, ofschoon dat eigenlijk niet mag. Het is een heel mooi park met leuke beekjes, een groot meer en een uitzichttoren die helaas wel gesloten is. Terug willen we de bus nemen naar de City maar dat mislukt, hij rijdt maar twee keer per uur. Dus eerst naar het hotel om de auto op te halen.
We gaan naar het centrum, naar de Citadel van Halifax, het is lastig zoeken naar een parkeerplaats, op veel plaatsen is het verboden. Nogmaals in Tomt gezocht en vinden een parkeergarage die bij het ziekenhuis hoort maar wel openbaar is. Met Google Maps in de hand vinden we de weg naar de Citadel. De laatste keer was ik hier in 1993 met Pake, Beppe en Grietje. Alles is nu anders, logisch na 30 jaar. We kopen een kaartje en bezoeken de Citadel, het is een fort uit 1794 van de Engelsen tegen de Fransen maar nooit bestormd of zelfs maar beschadigd. In het museum staat een breed scala aan militair spul, van eigenlijk elke oorlog die er ooit geweest is vanaf het bestaan van Canada. Er is een oude man, waarschijnlijk militair, die ons een beetje de weg wijst. Hij merkt op dat heel veel Canadezen in oorlogen zijn gevallen maar dat Canada zelf nooit in oorlog is geweest sinds de oprichting.
We maken nog een wandeling over de muren en door de ruimtes waarna we Downtown Halifax in gaan. Ook hier is alles anders dan in 1993, ik herken maar weinig van de markante punten die er in Halifax zijn. We gaan een Irish pub in waar we een kopje koffie en thee bestellen (ook dat kan). We wandelen langs de haven maar dan begint het te regenen en zetten we weer koers naar de parkeergarage die we pas na enig vragen terug vinden.
Inmiddels is het spitsuur en rijden we in één lange file terug naar het hotel. We besluiten in het hotel-restaurant te eten. Het valt niet tegen en niet mee, Emmie heeft een vegetarisch menu gekozen, ik bestel Haddock (schelvis), deze lijkt prima maar is kort tevoren uit de diepvries gehaald en van binnen nog rauw, niet echt lekker. We hebben er ineens zo de balen van dat we een desert halen in de winkel naast het hotel.

7 juni Reisdag naar Kingston.

Dan, om vijf u 's morgens, plast de koelkast, die was uit gezet en begint nu de druppelen, dus werk te doen, ijs ruimen, water deppen en koelkast drogen. 's Morgens, de koffers weer ingepakt, helaas Emmie's slaapsokken vergeten en de reis gaat naar toeristisch Peggy's Cove. De route is schitterend, langs de kust, beetje mistig, fraaie vergezichten. Peggy's Cove is niet ver en we zitten al snel aan de koffie. Ik herkend de Mw. die daar rondloopt. Terwijl we aan de koffie zitten realisseer ik me dat wanneer je 's morgens om zeven uur hier wakker wordt, je in NL al met je middagdutje begint, vandaar dat ik moe opsta... Ook in Peggy's Cove is alles anders, alleen de rotsen en de vuurtoren zijn nog hetzelfde. We lopen over de rotsen naar de vuurtoren, maar we willen geen klimpartij over die rotsen om dichter bij de zee te zijn.
We rijden nu naar Lunenburg, een klein stukje om maar zeer de moeite waard. De klok tikt voort en na een spetterende regenbui zijn we rond half één in Mahone Bay wel toe aan een lekkere lunch. Op Google vinden we een restaurant maar daar is het parkeerterrein vol, ernaast is een soort winkel met koffie-tentje en dus wordt daar de auto geparkeerd. Het blijkt een winkel te zijn met mischien wel duizend thee-potten en thee-kopjes, schitterend, maar ja, hoeveel verkoop je daarvan per week? Er staan ook een paar tafeltjes, er is een soort van restaurant bij. De lunch is eenvoudig maar prima. Verder naar Lunenburg, daar zijn we in 1993 ook geweest maar het karakteristieke 'centrum' gemist, we vonden toen wel de haven maar niet het stadje. Het is een stadje dat er uit ziet zoals je in Western films wel ziet. Na een wandeling door het stadje gaan we door naar Kingston. We hadden gepland naar Windsor NS te gaan maar kunnen het niet eens worden over de prijs van het hotel, zelfs na twee maal bellen lukt het niet, dus gaan we naar Kingston - iets verderop. We merken dat het weer verandert en als we in een supermarkt staan met een kopje koffie krijgen we een stortbui, het spettert op de straat, paraplu en jas liggen nog in de auto, we kunnen niet terug zonder drijfnat te worden.
Na een stukje snelweg vinden we het motel gemakkelijk, het ziet er prima uit en de 'baas' adviseert een restaurantje verderop in de straat. We willen gaan lopen maar met de stortbui in gedachten nemen we toch maar de auto. Het wordt een etentje bij J&R Pizzeria. De mannen praten met een Frans of Italiaans accent, het blijken Libanezen te zijn. Al snel praten we verder in het Frans ofschoon ik soms wel even naar de woorden moet zoeken. Als we zeggen dat de pizza lekkerder is dan bij ons in het dorp, dan zijn ze heel blij en we krijgen een hand bij het weggaan, een heel bijzondere ontmoeting.

8 juni Reisdag Sherbrook Village.

We worden nog steeds vroeg wakker, jammer maar helaas. Omdat het motel zelf geen ontbijt serveert, gaan we naar de overbuurman, Tim Horton's. We bestellen daar een paar croisants en een kopje thee. Toch valt ons op dat Tim Horton's niet meer dezelfde kwaliteit levert als voorheen.
Al vanaf het begin geeft de auto al aan dat er iets mis is met de bandspanning, toen we weggingen van het vliegveld was één van de banden zelfs 22 terwijl die (zoals we nu pas vernemen) 33 moet zijn. Geen beste beurt van de verhuurder. Tegenover het motel is een garage en een heel vriendelijke mevrouw helpt ons de banden op te pompen. We nemen eerst een flink stuk snelweg zodat we straks meer tijd hebben om de toeristische route te nemen. Dan, op de snelweg, zien we twee fietsers met volle tassen, 'de echten' zoals ik ze noem, maar hier wel heel gevaarlijk naast die auto's die ruim 100 km/u rijden. Maar ja, er zijn geen fietspaden in Canada. Zodra we dan ook van de snelweg zijn rijden we echt door schitterende natuur, fraaie vergezichten, glooiende hellingen, kleine meertjes, boerderijen en vee. Het is rond koffietijd als we in de buurt van Newport zomaar een bakkertje zien. We stoppen en bestellen er koffie 'mit etwas dazu'. Naast de winkel is een soort vergaderruimte van de historische of kunst-vereniging, we mogen daar gaan zitten met de koffie, wat een feest.
We naderen nu de Atlantische kust en komen in Sheet Harbour, op het mobieltje geen netwerk vreemd. We bestellen een lunch bij een klein tentje Emmie eet lekker, ik krijg Ciabatta met kip, het broodje is zwartgeblakerd en het ziet er uit als een schoenzool, ik beklaag mij: "De kip heeft zijn leven gegeven voor dit broodje en dan ziet het er zo uit, schande", Citaat van Gordon Ramsey.
Verder langs de Atlantic kust, tijdens eerdere reizen door Canada hebben we deze route ook gereden op weg naar Cape Breton Island. Dan zijn we 'eindelijk' in Sherbrooke village maar rijden het motel eerst voorbij. Na inchecken gaan we naar het dorp, in de zomermaanden, (dit jaar vanaf 14 juni) is het dorp "De Village" als levend museum open, het is nu ook open maar de meeste huizen zijn onbewoond en dicht. Natuurlijk tanken, een ijsje kopen en terug naar het motel. De Mw. is heel duidelijk, voor zes uur zitten of pech, geen eten.. Dus eten we bij het motel, het wordt nog een lange avond. Terug kijkend hebben we wel een heel mooie dag gehad, goed weer en een schitterende route. Ook het mobielje doet het weer, de sim kaart zat los, gelukkig maar, we kunnen niet zonder. We gebruiken het om langs de route koffie, restaurant, bezinestation en supermarkt op te zoeken. Het ontbijt in het motel is prima, aardige mensen.

9 juni Reisdag Sydney.

We gaan vroeg op pad want we hebben een lange rit vandaag, we doen eerst een stuk snelweg en dan door de natuur langs kustweg, via Guysborough en Canso naar Port Hawkesburry. Ik heb niet goed opgelet bij de Tomtom en we gaan over kruipdoor/sluipdoor wegen, erg leuk. In Port Hawkesburry gaan we naar Tim Horton's voor koffie, dan over de snelweg eerst een stuk richting Sydney. We volgen het Bras 'Or Lake, een groot meer met langs de oever fraaie huizen (al maken sommigen er een sooitje van). Dan gaan we van de snelweg af over Morleyroad, een half verharde weg dwars door de bossen, naar Louisbourg. We hebben nog een leuke ontmoeting met een gezinnetje Canadeese ganzen.
Louisburg is een echt vissersdorp, er liggen een aantal vissersboten. Ze vissen hier op kreeft en de vangst wordt net aan wal gebracht. We maken een praatje met de schipper, hij vertelt hoe het ongeveer gaat, de vangst van vandaag dekt de kosten wel zegt hij. Louisburg zelf is een 'bijna dood' stadje, er is niets te zien of te doen of te krijgen, zelfs geen ijsje. We zien een vuurtoren, altijd leuk om die even op te zoeken. Er zijn er meer die dat plan hebben. Er staat zelfs een verhaaltje bij over het ontstaan van de vuurtoren.
Dan door naar Sydney waar we het Harbourview Hotel hebben 'besteld'. Het ziet er wat vervallen uit (ja, erg duur was het ook al niet) en ze vragen een belachelijk hoge borg, bizar, 250 dollar (meestal is het 50). Na het verkennen van de kamer, wel met koffiezetter, gaan we de stad in. Hier lijken de drugs wel gelegalisseerd, er hangt een vreemde sfeer in de stad. We kiezen voor Lasagne bij Kenny's, een leuk restaurant in het centrum. In het restaurant maken we al snel een praatje met onze 'buurman' die graag mag vertellen, hij was coach van gewicht-heffers en was ook in Rotterdam geweest voor een kampioenschap. Dan moet hij plotseling weg want er komt sport op de tv. Na een kleine wandeling door Sydney is het het einde van deze dag, welterusten.

10 juni Reisdag Cape Breton Island.

Het hotel heb ik een horror hotel genoemd, er komt veel geluid van de gang, de bizar hoge borg, geen lift, een ijsmachine die dag en nacht draait terwijl er nauwelijks gasten zijn en bij het ontbijt, alles is vies, vieze oude mokken voor koffie en thee. Een toaster waar je je handen aan brand, een beetje vreemde 'serveerster'. Het doet me denken aan de film De Shining met Jack Nicholson, ook echte horror. Het lijkt wel of het hotel door daklozen of ex-verslaafden gerund wordt?
De reis gaat vandaag naar Cheticamp waar we al vanuit NL een hotel besproken hebben want het is weekend en je weet niet of het dan extra druk is. We gaan op weg, Tom Tom heeft een leuke route bedacht, het is snelweg, landweg, veerboot: de Englishtown ferry, en de Cabot trail. Elf kilometer na de veerboot is er koffietentje The Clucking Hen Cafe and Bakery dus.... Heerlijke koffie met iets erbij, leuk ingericht en vol met klanten... dus kwaliteit. Onderweg is het uitzicht heel wisselend, vergezichten, bos, beekjes, rivieren, de oceaan.
We gaan nu het Cape Breton National Park in, wel eerst even betalen. We willen graag de Mary Ann Falls bezoeken maar de Mw. zegt dat deze onbereikbaar is vanwege de te slechte weg. Dan door naar Black Brooke Falls maar die is onbereikbaar door een omgevallen boom. Onderweg halen we een lunch bij een kleine winkel en gebruiken die in de auto met uitzicht op strand en zee, het weer is fris te noemen, er wordt niet gezwommen. Verder over de Cabot Trail route door naar de Beulach Falls. De Mw. van het NP heeft volgens mij 5 min wandelen gezegd, Emmie heeft 15 min wandelen gehoord, het worden er 26, dus best pittig.. en dan moet je ook nog terug.
Het uitzicht over de bergen wordt snel minder door de opgekomen mist, we zien niets van het fraaie vergezicht. Dan net uit het NP zijn we in Cheticamp. We checken in bij Lauri's Motel, er staat een magnetron dus weer eens zelf 'koken'. In de auto naar de CO-OP maar die gaat net dicht, ja zes uur is zes uur. Een heel aardige donkere Mw. helpt ons, ze rijdt ons voor naar Le Blanc een supermarkt aan de andere kant van Cheticamp. We kopen een magnetron maaltijd en een ijsje. Het smaakt prima. Helaas is er geen sla of zoiets, het lijkt wel alsof ze dat hier niet kennen. Bij Le Blanc vroeg ik nog of ze ook een desert hadden maar de Mw. leek ons niet te verstaan. Dan na drie keer zegt ze: o, een desert (maar dan op z'n Frans uitgesproken).

11 juni Reisdag naar Sackville NB.

We krijgen een prima ontbijt in het motel en de reis naar Sackville kan beginnen, het is een flinke etappe, 415 km. In de eerdere plannen wilden we met de veerboot naar Prince Edward Island (PEI) maar dit geeft veel onzekerheden, kost veel tijd en dubbel zoveel geld. Iedereen die we vragen geeft het advies over de brug te gaan. Maar het effect op onze route is wel dat we vandaag niet naar Pictou gaan maar naar Sackville, dichter bij de brug maar wel een langere route vandaag.
Het wordt een route langs de kust over allemaal lokale wegen, het weer is bewolkt en miezerig. Een enkele keer stoppen we voor een fraai kiekje. Ook bij een huis aan de kust waar niemand thuis lijkt te zijn, na een foto willen we net wegrijden als de familie net thuis komt. We stoppen om te zeggen dat we voor een foto kwamen maar direct vraagt de man: Where are you from?, we antwoorden NL en dan begint hij in het Nederlands te vertellen: zijn moeder is in 1949 met haar vader en moeder uit Blokzijl naar Canada geëmigreerd. Vader moest de paarden eerst Nederlands leren omdat hij zelf geen Engels kon, erg grappig. We mogen wel binnen komen maar de dochter geeft dansles, dus helaas.
Dan, net na tien uur, komen we in een Bakkerij annex Tea shop. Deze is niet zo mooi als die van gisteren, een beetje rommelig, maar ook smerig, de bacon ligt onder mijn stoel samen met andere etenswaar, jammer. Op weg naar Sackville, moeten we langs Hastings, we komen vanaf route 19 en moeten route 104 op, het is een rotonde, ik zie het te laat en rij bijna de rotonde in de verkeerde richting op. Weer heeft een engeltje ons gered.
Bij een benzinestation kopen we water, fris, melk en een broodje, gisteren ook gedaan, heel goed bevallen, even geen vette troep. Het is inmiddels half één als we in Antigonish stoppen en even door de stad wandelen. Het is geen onaardige stad, wel stil op zondag natuurlijk. De kerk is open, maar ziet er heel anders uit dan bv. Spanje of Portugal. We willen ons broodje gaan eten maar Emmie moet toch echt wel naar de wc. Nergens een plekje natuurlijk. Maar bij de brandweerkazerne staat een man zijn auto schoon te spuiten. Ik loop er heen, hij zegt: "How are you doing". Dat zeggen ze hier altijd en je hoort te antwoorden met: "Fine, how are you". Maar ik zeg: "Fine, maar met mijn vrouw niet zo goed ze moet heel nodig naar de wc". O, kom maar mee zegt de man en het is weer geregeld. Hij vertelt dat hij naspeuringen doet over Canadeese soldaten die in België gevochten hebben. Na ons broodje gaan we weer verder, rond drie uur, stoppen we in het dorp Debert daar is een Tim Horton's, dus koffie en thee. Het is vijf uur als we bij Marshlands Inn arriveren. Het blijkt een koloniaal herenhuis te zijn, volledig 'aangekleed', schitterend, hier zou Pa van smullen. We eten in het restaurant van het hotel en maken een wandeling langs het Waterfowl Park. Welterusten, tot morgen.

12 juni Reisdag Charlottetown.

Het Marshlands Inn hotel is in 1854 gebouwd, oorspronkelijk als huwelijkscadeau voor de dochter van William Crane, een rechter. In 1895 wordt het huis gekocht door de familie Read, vanaf die tijd heet het The Marshlands en later The Marshlands Inn. We nemen afscheid van Marshlands Inn, helaas is er geen ontbijt vandaag want moeder is ziek. De 'manager' is de zoon van de eigenaar en hij vertelt dat hij het huis wil verkopen. Het pand moet inderdaad heel grondig aangepakt worden maar daar is geen geld voor. Ik adviseer hem het te verkopen aan een stichting waarvan hijzelf de directeur is, zo kan hij invloed houden op de verbouw en restauratie van het pand. Het ontbijt wordt dus een Tim Horton's ontbijt, het smaakt echter nergens naar. Na een flink stuk snelweg nemen we een lokale weg langs de mooie waterkant van de Groene Baai voor de brug naar PEI. We komen langs Cape Tormetine waar vroeger de veerboothaven was, we zien wel dat meer mensen ontdekt hebben dat het hier mooi wonen is.
De brug wordt de Confederation Bridge genoemd en is in 1997 geopend. De brug is een vervanging van de veerboot tussen New Brunswick en PEI. Er waren twee veerdiensten, de veerdienst van Pictou in Nova Scotia is er nog maar vaart maar half zo vaak, de andere, van Cape Tormentine is opgeheven. Het is met 13 kilometer een best lange brug, in 1997 de langste brug ter wereld.
Dan, over de brug, koffie-tijd, maar waar? We vragen even bij een kroeg waar je koffie kunt krijgen. De bierman is een aardige kerel die ook wel koffie wil zetten, hij runt Lone Oak een Canadees biermerk, hij is een gezellige prater en de koffie is gratis. Via weer een lokale weg naar Victoria, het is een piepklein dorpje waar we niet direct een parkeerplaats zien, dan even verderop is een veldje, daar de auto geparkeerd. De bierman heeft ons een goed eettentje aangeraden waar ze kreeft serveren maar daar hebben we geen zin in. We gaan toch naar binnen en bij een heel aardige Mw. bestellen we Ceasar Saled van één voor twee. Al weer ontmoeten we zulke aardige mensen.
We willen de oostkant van het eiland een beetje verkennen, misschien lukt het nog om dat oude kerkje te vinden waar we in 1993 onze namen in het gastenboek schreven. Na een flinke rit komen we in St. Peters Bay. De vriendelijke Mw. van het toerinstenbureau adviseert een kijkje te nemen in het Greenwich National Park. We kiezen voor een wandeling naar de Greenwich Dunes, volgens het bordje is het een half uur naar een bijzondere duinenstrook over een boardwalk zoals dat zo mooi heet. De wandeling voert ons langs groenland, door een stuk bos en over de boardwalk naar de Dunes. Het is een heel fraaie wandeling die door meer mensen gedaan wordt.
De tijd is ook voortgeschreden en via Dingwell Mills gaan we terug via de 4. In Charlottetown is het inmiddels ook spitsuur geworden, maar dankzij onze Tomtom vinden we het gemakkelijk. Ons hotel in Charlottetown is een voormalig klooster en tehuis voor oud nonnen. Na jaren van leegstand is het in 2014 verbouwd tot een hotel. Het is best lux allemaal, we hebben een executive suite, poe poe. Helaas heeft het hotel geen 'bijpassende' keuken en daarom eten we 's avonds in Swiss Chalet een aardig restaurant op een klein stukje lopen. Het eten is er goed: Double Chicken Leg (voor ons samen) met patat en een beetje 'cole-slaw', we nemen nog een ijsje toe.
Omdat ik hier eerder was probeer ik nog wat herkenningspunten te vinden maar dat lukt niet echt, het is erg verandert. Toch vinden we het Gouverneurs gebouw met het Oorlogsmonument er voor. In 1993 hebben we dit van binnen nog mogen bekijken, het was als een museum ingericht. Nu staan er echter schuttingen omheen omdat er verbouwd wordt. Iets verderop was een oude visserhaven, nu een royale boulevard met het typische amusement, gokhal, café, eettentje enz. We wandelen terug naar ons hotel, komen nog langs een enorme kerk en een grappig monument over de oprichting van de Confederatie. Het was een mooie dag.

13 juni Rondrit Prince Edward Island.

Het ontbijt in het hotel is prima en alles is super netjes en goed geregeld, een dikke plus. Vandaag willen we het noord-oosten van het eiland een beetje verkennen. Eerst naar North Rustico Harbour, onderweg zien we vis-kwekers in de rivier. Het dorpje is op zich niet heel bijzonder maar je ziet wel wat een storm en de zee kunnen doen, een heel gebouw staat gewoon een paar meter verderop, helemaal scheef. In het dorpje is niets te krijgen dus op naar North Rustico waar we lekkere koffie krijgen bij Robins. Binnen zitten ook drie meiden die een fietstocht maken over het eiland, heel spannend, want fietspaden zijn er niet, fietsers moeten de snelweg delen met auto's. We wandelen naar het haventje en ik maak een praatje met een schipper hij is aan het tanken en heeft er al 820 liter in, hij moppert een beetje want de brandstof is zo duur geworden.
We gaan verder langs de kust, New London, erg klein, ofschoon daar wel een restaurant is gaan we daar niet heen, het is er zo druk, het hele parkeerterrein staat vol. We rijden naar Kensington, kiezen even verkeerd en missen de vuurtoren van Cape Tyron. De lunch halen we bij Subway en even later brengt de Subway-man ons nog een zak koekjes, hij werkte ook voor Shell en volgde zelfs een cursus in NL.
We gaan terug naar de kust, wegen worden smalle half verharde paden, paden worden zandpaden en dan is er een voetpaadje naar de kust, een paar mensen lopen er al heen, het is een best aardig strand, maar veel te koud om daar te verblijven, helaas weer geen zwemweer. Hoog boven de zee staan een aantal fraaie huizen, dat wordt 'the place to be'. Als we door Indian River rijden zien we een oude kerk, opgekocht door een stichting met als doel er concerten te geven, deze zomer is er een muziek festival. Terug naar het hotel, het is weer in het spitsuur, even niet opletten en ik sla te vroeg linksaf, het lukt om op een parkeerterrein bij een winkelcentrum te keren en de weg naar het hotel weer te vinden. 's Avonds gaan we eten bij mini-restaurant Alexandra op loop-afstand van ons hotel, elk een halve pizza. We gaan nog zoeken naar ons motel uit 1993 aan de Waterstraat, maar alleen de straatnaam bestaat nog, verder is alles weg. We hadden veel meer van Prince Edward Island willen bereizen en bekijken maar het eiland is te groot om in twee dagen te zien.

14 juni Reisdag naar Bathurst.

Na het ontbijt in het hotel gaan we terug naar New Brunswick, naar Bathurst. Eerst de brug over, even tol betalen en dan karren maar. Het wordt vandaag weer een lange rit, 357 km maar we proberen zoveel mogelijk langs de kust te rijden en van de gevarieerde natuur te genieten. Het begint met veel snelweg, boodschappen bij een groot tankstation met supermarkt, dan koffie bij Robins maar het blijft regenachtig. Langs de kust rijden is ook langs Parlee Beach rijden. Dit is een zeer gewaardeerd strand waar bij mooi weer duizenden mensen zonnen en zwemmen. We willen het strand wel eens zien maar stuiten op een grote slagboom. Eerst even 20 dollar betalen zegt de mevrouw. Ja maar mevrouw, we willen helemaal niet naar het strand, we willen even een foto maken. Maar de mevrouw is onverbiddelijk. Ik zeg: niemand gaat bij slecht weer aan het strand liggen, maar nee, een uur dan , wat kost dat, 20 dollar, nou 5 minuten dan, wat kost dat, 20 dollar. Helaas geen foto van Parlee Beach. Dan zomaar ergens is een soort kruidenier, even een broodje kopen. Onderweg schieten we talloze mooie plaatjes van zee en kust. We komen aan in Bouctouche waar we even stoppen voor een wandeling door het stadje, leuk, maar het weer werkt niet echt mee. Verderop komen we langs Irving Eco Centre, een soort educatief project van de firma Irving. Als we verder gaan, rijdt er een RAM truck vlak achter ons, hij wil sneller maar wij willen onderweg wat zien. Dat zinnigt meneer niet want hij hangt op 1 meter achter mijn bumper. Wat een zak, ik ga langzamer rijden maar hij gaat er niet omheen, zelfs als ik stil sta gaat hij er nog niet omheen. Uiteindelijk gaat hij dan toch maar. De Candezen zijn steeds meer op de Hollanders gaan lijken, jammer. Omdat we nog 156 km moeten gaan we weer de snelweg op naar Bathurst. We vinden het motel/hotel gemakkelijk, het is aan de grote weg. De Mw. van het motel zegt: u moet buitenom maar de deur van binnen eerst open maken, snap ik er niks van, buitenom deur, eerst binnen open maken.... We gaan wandelen en eten voor 't eerst bij Mc Donalds. Ik zie daar een streepje groen in die hamburger, ik wil daar een schaal vol van. Nou dat hebben ze niet, jammer. Toch smaakt de hamburger prima, voor één keer. We wandelen verder over een dam naar de andere kant van de baai. Ik meen iets te herkennen en als we er zijn is het inderdaad zo, we waren hier ook op 13 september 2011, samen met Griet en Durk. We keren terug naar ons hotel dat eigenlijk een motel is. Aubwib. Als u begrijpt wat ik bedoel.

15 juni Reisdag naar Rimouski.

Na het 'standaard' ontbijt gaan we naar Rimouski in de provincie Quebec. We volgen ook nu weer de kustlijn, weg van de snelweg, en al snel kunnen we genieten van een kopje koffie in Dalhousi bij Tim Horton's. We rijden verder langs de baai en komen zo in Campbellton dat ons wel heel bekend voorkomt. Maar de allure is weg er is iets veranderd, het is er rommeling, smerig, leegstaande huizen, verpauperd en heel veel winkels met Canabis, Cafés met Canabis, Sex-shops met Canabis, niet ons ding. Verder naar Rimouski is er eindelijk een pic-nic plaats langs de snelweg, ook deze is heel bekend. We hebben broodjes en melk al gekocht, dus hier is het pauze, deze keer met een powernap achterin de auto. We naderen Rimouski en gaan naar de vuurtoren Au Pointe Pere waar nu ook twee musea zijn, één over een oude veerboot en één over een oude duikboot. We proberen nog voor senior tarief maar eigenlijk boeit het ons niet en gaan we naar ons hotel. We kunnen ons hotel echter niet vinden op het aan Tomtom opgegeven adres, vreemd. Na enig zoeken vinden we het goede adres en al snel staan we bij het hotel/motel. Ook hier staat een magnetron, even wat inkopen bij de Metro en we eten vandaag lekker en gezond op de eigen kamer en yoghurt toe. 's Avonds is het weer geschikt voor een wandeling door een leuke woonwijk. Morgen weer een dag.

16 juni Reisdag naar Quebec-City.

Na een zeer eenvoudig ontbijt in het motel gaan we op pad, eerst een stukje snelweg maar die verlaten we om langs de kust door de dorpjes te rijden. We volgen de 135, komen door Trois Pistoles waar we tegenover een grote en fraaie kerk een heerlijke kop koffie krijgen met gezellige dames in de bediening. We kopen alvast een broodje voor onderweg dan hebben we de tijd voor onszelf. Na een tijdje is er een kleine parkeerplaats naast de weg. We stoppen, er is een pad naar een soort uitkijkpost over de Lawrence baai. Schitterend. We rijden wel door het land van de boeren, overal grote silo's. Nu weer een stukje snelweg met een ruime parkerplaats, tijd voor de lunch. Richting Quebec is het drukker dan we ooit zagen, veel werkzaamheden, files, vrijdagmiddag spits, geen pretje. We bereiken ons hotel heelhuids. Helaas is de straat opgebroken en moeten we van opzij naar binnen. De auto parkeren we in een parkeergarage twee 'blokken' verder. We reserveren het restaurant, want het is maar klein en er zijn klanten genoeg.
We lopen een beetje door Quebec maar hebben te weinig tijd om de oude stad in te gaan. Het eten in het restaurant valt tegen, ook de prijs, aardige jongens, maar de pasta is een beetje smakeloos vanwege te weinig parmesan en de zalm is ronduit waterig. Dan, als we weg lopen vragen de heren van de bediening ook nog om een fooi, nog nooit zoiets beleefd.

17 juni Dagje in Quebec-City.

We lopen naar het restaurant van het hotel voor het ontbijt maar helaas was dat niet inclusief - voor het eerst, u heeft geen ontbijt want "we doen geen zaken met reisbureau's" zegt de meneer van het hotel. Toch wel een beetje raar dat al die gasten u vinden zonder tussenkomst van een reisbureau (sukkel). Dus gaan we naar de bakker "Boite au Pain" voor een prima ontbijt. Eerst zoeken we de auto op want hoe krijg ik die nou weer uit die garage, ondergronds en volledig afgesloten. Gelukkig zijn de mensen van de stadbusdienst aanwezig die me helpen. Dan naar de oude stad.
Vanmorgen - net uit bed - hoorden we het al, regen, maar we laten ons niet tegenhouden, we lopen naar centrum, 20 minuten lopen in de, regen. We drinken koffie en cola bij "Baguette en Chocolat", dat is prima. Dan naar de kathedraal, werkelijk een mooie kathedraal, we branden er een kaarsje en er is een video over Francois de Laval, een Franse priester die de kerk heeft gesticht.
We lopen (nog steeds wat regen) naar Petit Champlain, het straatje waar je geweest moet zijn. Het is er altijd gezellig met talloze leuke winkeltjes en een paar cafeetjes. 's Middags gaan we voor de lunch weer naar B&C. Dan, het regent nog steeds, gaan we naar Citadel en wachten op rondleiding door de woning van de Gouverneur Generaal, de hoogste vertegenwoordiger van de koning van Great Brittain. We doen een paar boodschappen en eten pizza bij Urbain (misschien ook Libanees), best lekker en ik kan waardering hebben voor iemand die zijn eigen zaakje begint.

18 juni Reisdag naar Edmunston.

We ontbijten weer bij Bakker "Boite a Pain", halen de auto op, laden de koffers in en dag dag Quebec. We laten het achter ons in de regen. Ofschoon het zondagmorgen is lijkt iedereen al op weg te willen, ik had het veel stiller verwacht. Iederen hoort toch in de kerk te zitten. We nemen eerst een flink stuk snelweg, dan hebben we later meer tijd op de lokale wegen. Het is koffietijd, we gaan er af bij Kamarouska, volgens Google Maps is daar een koffie-tentje. Nou dat klopt inderdaad, tentje, het blijkt een verbouwde oude schuur te zijn, best aardig gedaan, het oogt knus en gezellig. De koffie 'mit etwas dazu' is ook prima. We gaan even naar St. Pascal, een dorpje met een benzinepomp en een supermarkt, beide open op zondag, Tanken en boodschappen voor onderweg. We verlaten de snelweg en gaan over een lokale weg door een bosrijk gebied, ofschoon het langs een groot meer is, zien we niet veel van het water door de bomengroei. Op een kleine parkeerplaats is het tijd voor de lunch.
We naderen Pohenegamook dicht langs de grens met de USA, van de grens zie je natuurlijk niks, maar dan is er een kleine houten brug die naar de USA gaat. Ons motel is een klein eindje buiten Edmunston maar we vinden het gemakkelijk. Al snel ontdekken we de magnetron en dus gaan we vanavond weer lekker zelf koken. Maar om zes uur gaan de winkels dicht en het is nu kwart voor zes. We schieten in de auto en racen terug naar de stad, op zoek naar een winkeltje, eerst kunnen we het niet vinden en de tijd tikt maar door. Gevonden, maar de winkel heeft niet wat we nodig hebben, het is vijf voor zes, snel naar de IGA, weer een kilometer verderop, het is twee minuten voor zes als we de winkel binnen rennen. Ik vraag een meneer waar ik het eten kan vinden. Hij aarzelt, maar als ik zeg dat de kassa over één minuut dicht gaat, rent hij voor me uit, het is zes uur als we afrekenen. We eten spaghetti met kip en yoghurt toe.

19 juni Reisdag naar Smith Creek.

Ons hotel in Edmunston heeft een klein hoekje voor het ontbijt, wel weer typisch Canadees ontbijt. We pakken de koffers weer in en gaan richting Smith Creek, maar wel weer zoveel mogelijk langs lokale wegen. Ons eerste doel is natuurlijk Grand Falls, een schitterend dorpje, gedomineerd door een enorme waterval in de St John rivier, met elektriciteitcentrale. We zijn er snel en er is ruim parkeerplaats nabij de bezienswaardige waterval. Het is koffietijd en dus op zoek naar een lekker kopje koffie, het wordt - alweer - Tim Horton's, het is ook hier gezellig druk met 'oude mensen'. We gaan verder op de 105, die blijft oostelijk van de rivier de St John. De rivier levert nu op drie plaatsen elektriciteit, de massa van het water wordt goed benut.
We koersen nu op Hartland, de plaats met de langste overdekte brug ter wereld, 390 meter lang en gebouwd in 1899. Onderweg hebben we getankt en een lekker broodje gekocht, hier op de pic-nic plaats van Hartland is er tijd om dit op te eten.
Klik hier voor 'n ritje over de brug
Nu gaan we richting Frederickton, de hoofdstad van New Brunswick. Het is er best druk, maar eenmaal op de R 10, is het lekker rustig, maar waar woont Carola... We zien ineens het bekende bordje staan, en even later zitten we gezellig aan een kopje thee. Helaas moet ook zij verder met haar werk en gaan we nu naar Smith Creek, op bezoek bij de familie.
We zijn er al bijna maar omdat we nu van een andere kant komen gaat er vanalles mis. Ik kijk op de Tomtom, ik kijk op Maps en als ik weg rijd kijk ik even niet naar de weg, dat levert me een middelvinger op, het had erger gekund.
Het is direct gezellig als we aankomen, we hebben ook zoveel te bepraten. Ook Hetty komt nog langs, die hebben we onlangs nog ontmoet op een familiedag in NL. Het was een lange maar gezellige dag, welterusten.

21 juni Dagje Sussex en Fundy Trail.

Na een dag van rust, bijkletsen en rondrit in de omgeving is het vandaag wat anders ingevuld. Eerst een kijkje op boerderij bij Hubert en in Kaasmakerij bij Ian en Joop, het is geweldig wat er bereikt is de afgelopen jaren. Pake zou wel zeggen: "Jeukes Meesken" (wat dat betekent weet niemand, maar hij riep dat als hij ergens zeer enthousiast van werd). Ook Ellie is druk met de verpakking van de kaas voor de aanstaande markt op zaterdag.

's Middags gaan we een rondrit maken over de Fundy Trail. Het is een bijzondere route dicht langs de baai van Fundy, langs hellingen, langs beekjes, met vele wandelpaden en een camping. Eerst gaat de rit naar St. Martins, een heel karakteristiek visserdorpje aan de Baai van Fundy. In het Fundy Park is een 'bezoekerscentrum' waar een filmpje wordt vertoond met uitleg over de bosbouw werkzaamheden in de 19'eeuw. Er zijn meerdere watervallen langs de route, niet allemaal per auto bereikbaar, van klein tot groot. Natuurlijk moeten we er - minstens - één bezoeken. Dat gaat nog niet zo heel gemakkelijk, met een zeer stijle trap moeten we een heel eind omlaag, maar dan heb je ook wat.
We hebben koffie meegenomen, want er is (nog) niks te krijgen op deze route. We hebben een schitterend plekje, een beetje uit de wind, vollop zon en koffie op het strand. Het is een heel gevarieerd en mooie dag geweest, weer kunnen genieten van de schitterende natuur in Canada.

23 juni Dagje naar St John.

Vandaag gaan we de grote havenstad Saint John bezoeken, al de eerste keer dat we Canada bezochten - in 1990 - hebben we ook Saint John bezocht. Het is een stad met een eigen karakter, vooral bekend van de grote haven en de rivier de Saint John die daar de oceaan in gaat. Ook bekend zijn de zg. Reversing Falls, natuurlijk keerde de waterval niet om (er was geen waterval) maar bij vloed kwam het water sneller naar binnen dan naar buiten en ging het water dus stroom-opwaards. Het was een aardig gezicht - als je op het goede tijdstip kwam.
Na enig zoeken vinden we het grootste winkelcentrum van de streek, Mc. Allister Place, het is een enorm gebied met vele tientallen grote winkels van de bekende grote ketens. Het is niet onaardig maar na een kopje koffie gaan we naar het centrum van de stad. Eerst weer even zoeken, alles is anders. We parkeren in de Brunswick Square, een winkelcentrum met ruime parkeergarage. Vroeger was dit een druk en heel mooi winkelcentrum, nu is het gewoontjes en is er zelfs leegstand. We maken een kleine wandeling door het toeristische deel bij de oude haven maar er zijn zoveel werkzaamheden dat het rommelig oogt. Na een ijsje stellen we vast dat het 'nieuwe' Saint John op dit moment niet kan tippen aan het 'oude' Saint John. Het was een gezellige dag in een stad die we niet meer herkennen.

24 juni Reisdag naar Halifax.

Na het afscheid van de familie in Smith Creek gaan we eerst een flink stuk over de snelweg richting Halifax. We zijn al ver voorbij Moncton als we op de snelweg een bordje zien met benzine-station. In Canada zijn de benzine stations veelal niet langs de snelweg zelf maar ernaast. We slaan af maar nergens een bezinestation. Weer verder, daar zou een benzinestation zijn, maar ook in dit dorpje is niks. Dus maar weer verder. Het leuke ervan is wel dat we door een heel andere natuur rijden. We zitten dicht langs de rivier de Memramcook. Het is een rivier die ook sterk door eb en vloed beheerst wordt, de getijden zijn hier de hoogste van de wereld. Het uitzicht is heel bijzonder en we komen door een aantal kleine dorpjes, ook leuk. Dan, echt in de 'middle of nowhere' en winkeltje, geen benzine, maar boodschappen. Een broodje en wat te drinken is welkom. Dan naderen we Sackville, waar we ook eerder deze reis waren. Tijd voor pauze en de wc in de bibliotheek.
We komen nu ook door het 'boeren land' hier weer vollop boerderijen en op enkele plaatsen ook vee in het land, maar niet echt opvallend veel. De natuur is inmiddels het typische Nove Scotia landschap, veel dennenbossen, veel riviertjes en fraaie vergezichten.
Als we bijna bij ons hotel zijn staan we in de file, weer voor die rotonde van de protesten, maar vandaag geen protesten, gewoon veel verkeer. Op onze kamer staat (weer) een magnetron en dus.... via kruipdoor en sluipdoor wegen gaan we naar de Atlantic Superstore om een lekkere maaltijd te kopen. We zijn weer mooi op tijd in ons hotel en genieten van een heerlijk maaltijd, zelf bereid. Welterusten, laatste nacht in Canada.

25 juni Reisdag naar Amsterdam.

We vliegen pas later op de middag en dus hebben we nog tijd voor een klein bezoekje aan Halifax. Er is een landschapspark "Point Pleasant" genaamd, het is een deel van de oude versterking rond de stad Halifax. Het is een erg aantrekkelijk park blijkbaar gezien het grote aantal mensen dat er loopt fiets, trimt, de hond uitlaat enz. We komen ook een eekhoorn tegen die het blijkbaar heel gewoon vindt dat er mensen lopen, helemaal niet bank, erg onnatuurlijk. Even later zien we een oude man de eekhoorn roepen en voeren, zo komt het dus. Aan de kust is het een favoriete plaats om je hond op zondag in de was te doen, meerdere mannen gooien er stokken in het water waar de hond dan weer naar toe zwemt. Er staan een paar monumenten, eigenlijk allemaal om de een of andere 'battle' te gedenken. Wel heel mooi is het grote kruis waarop de namen van talloze gevalen Canadezen genoemd staan. Dan is er nog een soort ronde toren, de Vertrek met Canadia Air naar Toronto Prince of Wales Tower.
Dan gaan we terug naar het hotel om de spullen op te halen, het is inmiddels heerlijk weer geworden en op een paar van die typische strandstoelen genieten we voor ons hotel aan het water van onze lunch.
We gaan nu naar het vliegveld, toch nog een ritje van een half uur, auto inleveren, de Mw. van de auto-ontvangst is snel klaar, alles ziet er prima uit en de tank is vol.. De koffers verdwijnen door een luikje en we hebben tijd voor ons-zelf, want we vliegen nog lang niet. De reis gaat - net al op de heenreis - via Toronto, alles verloopt prima en het is maandagmorgen half tien als we in Schiphol op de trein stappen. Einde van een mooie reis.

Even wat over Canada.

Halifax, Charlottetown en Quebec-City zijn zeer grote steden. Quebec heeft zo'n 600.000 inwoners en kent de ellende van een grote stad, veel oude huizen en panden, veel leegstand, wonen in slechte huizen, triest, dan ertussen zomaar een startup die pizza's gaat verkopen, een bakker die brood, broodjes en taartjes verkoopt, dan weer een zwerver met een kinderwagen vol spullen, ene halve gare die luidkeels schreeuwend door de straten loopt, zou dat ook kunnen in een rijke buurt, waarom deze standsverschillen, de rijken genieten van de regeltjes van de plaatselijke overheid die de gewone man in de steek laat, tochtige huizen, koud in de winter, geen kachel maar dure elektrisch verwarming.
Halifax en Charlottetown zijn kleiner resp. 430.000 en 60.000. Je merkt wel dat het in Halifax en Charlottetown goed wonen is, er is wel wat achterstallig onderhoud maar over het algemeen ziet het er goed uit.

De Canadezen, aardig, open, gemakkelijk aanspreekbaar, vriendelijk, behulpzaam, where are you from?, eten veel fastfood, veel vet en heel veel koolhydraten. Waren vroeger "Heren in het verkeer" nu, drukken ze je van de weg, vooral de trucks en de RAM's. Er zijn flinke verschillen met eerdere reizen, veel meer verkeer, steden totaal veranderd bv Charlottetown, hele straten verdwenen.

De auto, de Ford Escort, heel erg nieuw, vreemde functies, cruisecontrol die zelf remt, zelf sturen als er duidelijk strepen zijn, maar ook met berichten die je niet kan snappen, bv u moet rust nemen, botsing vermeden. Maar ook als de auto zelf stuurt tegelijk roept: "houdt het stuur vast", je mag dus niet vertrouwen op het zelf-sturen van de auto.

Onze reis heeft 21 dagen geduurd en we hebben 4400 km gereden, we hebben in elf hotels geslapen en het is gelukt om regelmatig - met behulp van een magnetron - zelf eten te koken (te verwarmen). Het is gelukt - dankzij kleine winkeltjes en benzinestations - voor de lunch steeds een broodje gezond te scoren met een pakje melk erbij.
Wat anders had gekund: we hadden dag-etappes die vaak wat aan de lange kant waren. Wat kortere etappes had ons nog meer tijd gegeven van de schitterende natuur en de bijzondere stadjes te genieten, nu hebben we regelmatig moeten kiezen voor een flink stuk snelweg om tijd te winnen voor uitstapjes. Weer wat geleerd.


Terug naar reisoverzicht


Terug naar Gerritsma-site